De doelman bewaakt het doel en voorkomt dat de bal binnenkomt.
Hij communiceert met de verdedigers, leest het spel en maakt vaak het verschil met een reflexredding.

De centrale verdediger stopt aanvallen van de tegenstander en is sterk in luchtduels.
Hij houdt het overzicht en zorgt voor stabiliteit achterin.

Links- en rechtsbacks combineren verdediging met aanval.
Ze dekken de vleugels af en ondersteunen de aanvallers met snelle loopacties en voorzetten.

De verdedigende middenvelder breekt aanvallen af en verdeelt de bal slim.
Hij zorgt ervoor dat het team in balans blijft tussen aanval en verdediging.

Middenvelders controleren het tempo van het spel, verdelen passes en creëren kansen.
De aanvallende middenvelder zoekt vaker de diepte en neemt risico in het strafschopgebied.

Vleugelspelers brengen snelheid, dribbels en spektakel.
Ze breken verdedigingen open en leveren beslissende assists of doelpunten.

De spits is het eindpunt van elke aanval.
Hij jaagt op kansen, scoort doelpunten en bepaalt vaak de uitslag van de wedstrijd.

In moderne voetbalteams wisselen posities vaak.
Sommige spelers, zoals aanvallende backs of valse negen, combineren meerdere rollen.